ProQESH Academy

De ProQESH academy is een online leeromgeving. Via deze weg kunt u waar en wanneer u maar wilt een toolbox of cursus volgen. Binnen de ProQESH Academy bieden wij u een breed scala aan mogelijkheden. U kunt bij ons terecht voor diverse vaste KAM toolbox...

Week van de RI&E

Van 12 tot en met 16 juni vragen we, samen met arbodeskundigen, adviseurs, opleiders en brancheorganisaties, in heel Nederland aandacht voor de RI&E. Een week waarin we jou als ondernemer activeren om je...

Informatieplicht Energiebesparing

De informatieplicht energiebesparing is gekoppeld aan de energiebesparingsplicht uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u hierover ook eens in de 4 jaar rapporteren...

Sinds 1 juni 2015 is de Eural regelgeving gewijzigd.

In de Europese afvalstoffenlijst benoemt de Europese Commissie afvalstoffen. En met de lijst (die bestaat uit codes en omschrijvingen) kan bepaald worden welke afvalstof gevaarlijk is of niet. Alle afvalstoffen vallen onder een van de codes van de Eural.

Op 18 december 2014 heeft de Europese Commissie de Eural (Verordening EU 1357/2014) gewijzigd. Tegelijkertijd is ook bijlage III van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen aangepast. In bijlage III staan de gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen vermeld. Op 4 mei 2015 is in de Staatscourant de wijziging van de Regeling gepubliceerd. De Europese regelgeving Eural is in Nederlandse regelgeving omgezet in de Nederlandse Regeling Europese Afvalstoffenlijst.

Wat is er veranderd in de Eural?

– In de nieuwe Europese Afvalstoffenlijst zijn drie nieuwe codes toegevoegd. Verder zijn twee Euralcodes inhoudelijk aangepast en zijn er bij een aantal andere Euralcodes uitsluitend tekstuele aanpassingen gemaakt. Er zijn geen aanpassingen aan het merendeel van de bestaande Euralcodes.

– De grenswaarden wanneer afval gevaarlijk is of niet zijn in sommige gevallen veranderd.

– De systematiek van de afvalstoffenlijst is niet aangepast.

 

Bron: Rijkswaterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Milieu)

 

Share This